Ds. W. (Willem) Smouter heeft met ons nagedacht over de Geest. Een mooie Bijbelse lijn is dat we Christus ontvangen hebben als fundament en de Geest als voorschot. Het is niet mogelijk meer van Christus te ontvangen, maar meer ontvangen van de Geest, dat kan wel. De Geest doet ons verlangen naar het koninkrijk van God.
In Johannes 1: 32 staat dat de Geest op Jezus neerdaalde als een duif (en op Hem bleef). Het is dan ook bijzonder dat de duif op Hem bleef. Hij voelde zich er thuis. De Geest van God, de duif, is schuw. Dat herkennen we wel; je bent vol van de Geest als je bv. belijdenis doet of als je op een conferentie bent. Dan is de duif op je. Maar daarna lijkt het of de Geest eruit is, de duif vliegt weg. En de duif komt pas weer terug als de rust is terug gekeerd. Of de duif past zich aan (dat gebeurt niet), of wij passen ons aan.
In Efeze 4: 30 staat dat we “Gods Heilige Geest niet moeten bedroeven, want Hij is het stempel waarmee wij gemerkt zijn voor de dag van de verlossing”. Alle leden van de gemeente zijn gestempeld. Dat staat er van God uit. Tegelijk mogen we de Geest niet bedroeven. Dat gebeurt d.m.v. zonde, laksheid en zwakheid. Laat alle wrok (= vastgeroeste boosheid) varen. Wrok is de zonde van mensen die gelijk hebben. Waar wrok woont, wijkt de Geest. Erken dat Gods Geest gelijk heeft en bid om verlossing, zodat de duif weer terug kan keren.