In deze dienst hielden 3 schepselen de preek: de krassende raaf, de koerende duif en de schijnende regenboog. En ds. Arjan Plaisier vertolkte hun stemmen. We lazen Genesis 8: 1 – 19 en Genesis 9: 8 – 17 waarin beschreven staat wat er na de zonvloed gebeurt. De aarde komt weer tevoorschijn, maar het is niet meer het paradijs.
De raaf is een sterke, stoere vogel. Als het maar even kan, komt hij niet meer terug. Daarin lijkt hij wel op ons, als we uitvliegen na de geboorte of als we zelfstandig gaan wonen. God zorgt ook voor de raven, we mogen leven ontvangen uit Gods hand. Later in de Bijbel komen we de raven weer tegen als ze een profeet voeden. Misschien ben je zelf af en toe een profeet of kun je een profeet helpen?
De duif verlaat de ark, maar komt weer terug. De tweede keer met een olijftakje. De duif is het teken van de Heilige Geest. Hij fladderde rond maar kon nergens landen. Tot het moment dat hij landde op het hoofd van Jezus. Daar bleef de duif. Als we dichtbij Hem leven, krijgen we ook een stukje van de duif. Dan worden gaven gedeeld zoals genezing, vriendelijkheid of het spreken in tongen.
En dan de regenboog als teken van Gods trouw. Elly en Rikkert zingen: rond de troon van God zijn regenbogen. En zo is het. Vlak achter deze wereld is een wereld van schoonheid. Als het gordijn wordt weggeschoven, zien we de heerlijkheid van God. Als je goed kijkt, zie je dat in de regenboog, in een bidprentje, een icoon of lichtval door gebrandschilderde ramen.