Leren en ontmoeten

Veertigdagentijd – kruisverhoor

Kruisverhoor

Wie zoeken jullie? Ze noemen mijn naam. ‘ Ik ben het!’ En ze deinzen
achterruit en vallen op de grond. Onmachtig totdat ik het toelaat. Dat
laat ik hun weten. Dat is mijn boodschap.

Ik kies er voor.

‘Wie zoeken jullie?’ Weer noemen ze mijn naam. ‘Ik ben het!’ Nu laat ik
het toe als de anderen mogen gaan. Moeten gaan. Een kort verzet maar
dan vluchten ze weg. Laten mij in de steek. Voor hen doe ik dit. Ik zou
elke seconde kunnen stoppen. Maar doe het niet.

Ik kies er voor.

Ze nemen me mee, alleen. Nee, niet alleen, want hij laat me niet los.
Een van de vluchters komt nog dichterbij. Neemt risico’s omdat hij
toch bij mij wil zijn. De rest die neemt dat niet. Hij wel. Maar het is
breekbaar. Het valt aan stukken als hij in het nauw gedreven wordt.
Dan kijk ik hem aan. Ik wist het al. Deze last is veel te zwaar voor jou.
Maar ik ga door.

Ik kies er voor.

Vragen naar mijn leer en leerlingen. Vragen naar de bekende weg. Als
ik dat antwoord slaan ze mij. Omdat hun woorden tekort schieten. Ik
laat het toe.

Ik kies er voor.

Sturen me door naar weer een ondervraging. Leugens om mij klem te
zetten. Ik zwijg en geef geen antwoord, geen weerwoord. Pas als de
waarheid uitgesproken wordt. De waarheid die mij zal veroordelen.
Dan zwijg ik niet.

Ik kies er voor.

Dan zijn ze alle grenzen kwijt. Ze slaan en spugen, schelden en
beledigen. Maar ik zeg niets. Ik doe het ook voor hun.

Ik kies er voor.

Leveren me uit aan de overheerser. Hij is objectief en wil mij helpen.
Maar als het mis gaat en niet goed uitpakt, dan vlucht hij ook weg. Weg
in onverschilligheid en eigenbelang. Hij laat met mij sollen.

Ze slaan me. Bekronen mijn ellende. Geselen me rauw top op het bot.

Maar ik ga door, ook voor hen.

Ik kies er voor.

Hij geeft me mee. Ik moet mijn kruis opnemen. Sleep mij voort totdat
ik neerval. Maar ik geef niet op. Iemand moet mij naar mijn einde
helpen en ik laat het toe.

Ik kies er voor.

Ze slaan de waarheid aan het hout. De uitgestrekte open armen, open
handen. Vol liefde. Vastgenageld aan het kruis. Hangen me op, tussen
de hemel en aarde. Ultieme zinderende afgrijselijkheid. Geen zenuw
blijft gespaard. Alles wordt uiteen gereten. Totdat elke vezel krijst om
eindigheid. Maar ik worstel door.

Ik kies er voor.

De duisternis wordt zichtbaar. Het duurt drie uur lang.

Probeert mij los te weken van het licht.Ik schreeuw de wanhoop uit.

‘Waarom hebt u mij verlaten….’ Maar geloof het niet.

Ik kies er voor.

Dan komt het einde omdat ik het toelaat. En schreeuw het uit. ‘Het is
volbracht.’ Ik geef de geest en blaas de laatste adem uit.

Ik kies er voor.

De aardse machten beven. Het scheurt de hemel open. Mijn
ongebroken onschuld heeft de schuld gekraakt. De weg weer vrij. Het
voorhangsel uiteengerukt. Van boven naar beneden. Ik sta met open armen.

Mijn eindeloze liefde. Voor wie het aan wil nemen. Het durft te
roepen, zeggen, fluisteren:

‘ Ik kies er voor’.

Jan Prakken