Waar Jezus verschijnt, worden doodlopende wegen geopend. Hij doet wonderen, spreekt en geneest. Jezus stelt in Matteüs 14: 13 – 21 zijn discipelen op de proef. Hij investeert in de mensen die dicht om Hem heen staan en zegt: “Geven jullie de schare maar te eten”. Het weinige dat er is (5 broden en 2 vissen) wordt in de handen van Jezus vermenigvuldigd. Niet alleen toen, maar ook nu. En Hij nodigt ons aan tafel: “Kom op, je bent welkom bij de voedselbank van God”.
