Dat Jan van Deutekom, onze oude vriend en geliefde broeder in Christus, kwetsbaar van gezondheid was, wisten we. Al jaren was hij ernstig hartpatiënt. Hij overleed echter op 4 oktober aan de gevolgen van een ingrijpende operatie aan darmkanker. De Nijmeegse artsen die de second opinion uitvoerden, hadden op basis van zijn medisch dossier niet verwacht zo’n levenslustige man te zien en gaven groen licht voor de operatie, zo vertelde hij in het ziekenhuis. Zijn lichaam trok het niet. Op de begrafenis formuleerde zijn oudste zoon Henk het als volgt: “Medisch gezien was de operatie niet geslaagd. Maar anders bekeken heeft het mijn vader geholpen het leven los te laten, omdat hij niet alleen hoefde te sterven.” Zijn kinderen waren bij hem en hij vertrouwde zich toe aan onze hemelse Vader.
Wie was Jan? Jan was de oudste zoon van een slager, geboren en getogen in Ede. Opgevoed in een groot hervormd gezin met broers en zussen. Hij vertelde ons dat hij zich weleens een buitenbeentje voelde, mogelijk door het door de oorlog ontstane leeftijdsverschil tussen hem en zijn eerstvolgende broer. Maar meer waarschijnlijk, zo kwam het hem voor, was het de geloofsovertuiging die zijn vrouw Bep en hij aanhingen. Hij was zeker in zijn jongere jaren nogal stellig geweest, misschien wel te.
Het gymnasium was stevig aanpoten. Op de kweekschool (huidige Pabo) voelde Jan zich meer thuis. Hij maakte snel carrière in het onderwijs. Voor zijn dertigste was hij al directeur van een basisschool. Samen met zijn vrouw Bep kregen ze vier kinderen: Henk, Jasper, Hadassa en Jonathan. Naast het lesgeven, bleef de theologie trekken. Hij was al gepensioneerd toen hij in Ede de HBO godsdienst pastoraal werk afrondde. Zowel het geven van catechisatie als voorgaan in verzorgingshuizen deed hij graag.
Wie was Jan voor ons? Jan en Bep waren na een aantal omzwervingen in kerkelijke, evangelicale en Pinksterkringen vanuit Harderwijk in Apeldoorn komen wonen en verbonden geweest aan de Grote Kerk. Dat was hem te weinig Christocentrisch. Ze maakten de overstap naar de Eben-Haezerkerk, waar wij hen leerden kennen. Bep viel op: grijs-blonde krullen, beeldend, bescheiden en behept met een groot schildertalent. Als één van de weinige vrouwen ging ze toen (ruim 20 jaar geleden) zonder hoed aan het avondmaal. De sociale druk weerstonden beiden met hun eigen visie. Bep heeft een jaar op onze Ilse gepast totdat hun zoon een tweeling kreeg. Jan en Bep hebben jaren met Steven op een Bijbelkring gezeten en Ella werkte nauw met Jan samen aan gemeente-opbouw. Ook toen al was hij inhoudelijk gedreven, betrokken op kerk en maatschappij. Ongeveer 10 jaar geleden overleed Bep. Jan miste haar enorm, tot aan zijn einde.
Wat Jan typeerde was zijn hang naar grondige uitleg van de Bijbel, een appellerende prediking in combinatie met vrijheid in het expressief beleven van zijn geloof. Met de start van de Fontein kwam er een eind aan zijn rusteloze kerkelijke zoektocht. Tot zijn verdriet heeft Bep dat niet meegemaakt. ‘Ze zou zich er zo thuis hebben gevoeld’, zei hij regelmatig. Hij werd een van de wise old men van de Fontein, al leek hij nooit zo oud als hij was, gekleed in spijkerbroek en net overhemd. Er werd geluisterd als hij een opmerking maakte tijdens een gemeenteavond, waarbij hij soms fel kon zijn. Inhoudelijke diepgang was hem veel waard, evenals voluit meezingen. Ook werkte hij mee aan de invulling van avondbijeenkomsten. Jan leidde opnieuw onze Bijbelkring, en liet daar telkens meer iets van zijn binnenwereld zien. Hij verlangde naar de hemel, hield van het leven en zag daarom op tegen het sterven. Hij was ondernemend, maakte tot dit jaar nog graag reizen. Het frustreerde hem als zijn lijf hem beperkte in het ondernemen van dingen en een zekere eigengereid was hem daarbij niet vreemd.
Hij was een sociaal mens en niet graag alleen. Zeker in de nachten, ochtenden en feestdagen had hij daar last van. En zo ontstond de gewoonte dat hij jarenlang met ons ontbeet op 1e kerstdag en op Paasmorgen. Afgelopen Pasen ging dat niet door en hebben we hem een coronaproof ontbijtje bezorgd. Als altijd was zijn groet: ‘De Heer is waarlijk opgestaan.’ In dit geloof is Jan heengegaan. Voor zijn rouwkaart heeft hij gekozen voor Psalm 91:1: ‘Wie in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, vernacht in de schaduw des Almachtigen’.
Steven en Ella Lobregt