Samen danken en bidden (nr. 39, 6 sept. 2024)

Barre tijden

Uit allerlei gebeurtenissen wordt duidelijk, dat we in barre tijden leven. Dat zien we vanwege voortdurende oorlogen, zoals in Oekraïne en Gaza; vanwege veel natuurrampen, hongersnood en ziekten; vanwege een wijd vertakte grote criminaliteit  en vanwege allerlei kleine criminaliteit, zoals steekpartijen, inbraken en aanslagen.

Ook in de Bijbel worden veel barre tijden genoemd. Ondanks Pasen en Pinksteren schrijft Paulus over de onder het lijden zuchtende schepping, de zuchtende gelovigen en de zuchtende Geest (Romeinen 8:22. e.v.). De apostel Johannes, die als balling op het eiland Patmos gevangen zit, krijgt te zien, dat het in de loop van de geschiedenis zelfs van kwaad tot erger zal gaan…

Niet dus, maar toch

Het zou voor de hand liggen, wanneer de conclusie werd getrokken, dat deze barre geschiedenis moet uitlopen op de ondergang… Dat is echter niet het geval, want Johannes hoort en ziet, dat God de geschiedenis niet  laat uitlopen in de vernieling, maar in de vernieuwing (Openbaring 21:5). De vernieling zou logisch en verdiend zijn geweest, maar de goede God schenkt tegen alle logica in en genadig de vernieuwing.  Deze belofte heeft de kerk overgenomen en bijvoorbeeld bezongen in het lied ‘Toch overwint eens de genade’ (lied 755 in het nieuwe liedboek). Met het woordje ‘toch’ is het Evangelie te typeren. Tegen alle verwachting, menselijke mogelijkheden, mislukkingen of misdaden in overwint tóch Gods goede genade en maakt Hij een eind aan het kwaad!

Alle reden dus Hem persoonlijk en samen te danken en te bidden, of Zijn genade zo snel mogelijk al het kwaad zal overwinnen.

Maar hoe zal het aflopen met hen, die deze genade afwijzen? Laten we voor hen bidden, of ze alsnog en tijdig tot inkeer en omkeer komen.

Recordaantal nieuwe theologiestudenten

Om aan het kerkelijk leven en beleid leiding te geven zijn er voldoende voorgangers nodig. De laatste jaren verschenen er echter steeds meer berichten, dat er te weinig belangstelling was voor de theologische opleidingen. Daarom heeft de Protestantse Kerk dit voorjaar zelfs een Roepingenzondag ingesteld. Hoewel betwijfeld kan worden, of dit tot het gewenste resultaat zal opleveren, is het opmerkelijk en vooral verrassend, dat zich voor het nieuwe seizoen een recordaantal nieuwe theologiestudenten heeft aangemeld. Reden hiervoor dankbaar te zijn en te bidden, of de Geest hen zal vervullen om het Evangelie aantrekkelijk te beleven en door te geven.

Marius Noorloos