Zondag a.s. beginnen wij aan een nieuw kerkelijk jaar. Een maand voordat we in de samenleving elkaar een gelukkig nieuwjaar zullen wensen. Wij zijn er ons van bewust dat wij al eerder en anders met de toekomst bezig zijn dan velen om ons heen. Zondag 1 december vieren wij de eerste adventszondag. Advent heeft te maken met de komst en toekomst van Jezus Christus, onze Heer. Leven in de adventstijd is leven in blijde verwachting. Dat gold destijds voor Maria, die gelovig het woord van de engel aanvaardde dat zij de Zoon van God ter wereld zou brengen. Zij zingt het uit dat God naar haar en zijn volk heeft omgezien. ‘Mijn ziel maakt groot de Heer!’
Die lofzang klinkt de eeuwen door en heeft ook ons bereikt. Het is een kettingreactie geworden. Engelen hebben het loflied gezongen. Ook de apostelen en de nieuwtestamentische profeten, de martelaren, de kerkvaders en -moeders, de hervormers, onze grootouders en ouders. Het is één groot koor van ontelbare stemmen die danken voor de komst en bidden om de wederkomst van Christus. En wij, wij stemmen er mee in. Wij mogen zingen van grote dingen. God heeft de regie. Hij zond zijn Zoon en Hij zendt nog steeds zijn Geest. Wij zingen dat het een lieve lust is. God troont op onze lofzangen. Op die van ons, maar ook op die van mensen met andere talen en gebruiken uit tal van culturen. Hoor! Een heilig koor van stemmen! Kun je nog zingen, zing dan mee! ‘Goed zingen is twee keer bidden’ moet Augustinus ooit gezegd hebben.
Rond het begin van de tweede eeuw, niet lang na het ontstaan van het laatste bijbelboek, ontstond een boek dat groot gezag kreeg in de vroege Kerk. Het heette ‘de Didachè’ ofwel ‘de leer van de apostelen’. Het was een samenvatting van het apostolisch onderwijs. Daarin waren ook regels opgenomen voor ons danken en bidden. Zo werd er het advies gegeven om elke dag drie keer het ‘Onze Vader’ te bidden. Dat is nog altijd een gebed om het bidden te leren.
Laten wij in deze adventstijd danken voor de komst van de Zoon. Maar laten wij ook bidden om de vernieuwende komst van de heilige Geest. De Geest maakt levend. Juist daar waar Hij aan het werk is gebeuren er dingen die bij mensen onmogelijk zijn. Dat is wat de Kerk en de samenleving nodig hebben. Dat God spreekt en handelt en ons laat zien wat Hij van ons verwacht en door ons heen wil bereiken. Als wij ons zo laten betrekken in het danken en bidden van de Godganse Kerk, dan blijven wij leven in de verwachting van de weerkomende Heer. ‘En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En laat hij/zij die het hoort, zeggen: Kom!’ (Openbaring 22: 17). Wij wensen elkaar een hartverwarmende, gezegende en inspirerende adventstijd toe!
Jan Karelse
Avondsmaaldienst
Op 1 december gaat Gijs Bleijenberg voor. We vieren met elkaar het Avondmaal. Het thema van de dienst is :
29 november 2024
